Loonsancties op spoor 2 binnenkort van de baan?

Asscher

In zijn brief van 21 april 2016 kondigde Minister Asscher 3 maatregelen aan om een aantal prangende knelpunten die werkgevers rondom loondoorbetaling ervaren te verminderen. De maatregelen hebben betrekking op de loonsanctie in relatie tot re-integratie tweede spoor, de aanvraag voor een vervroegde IVA-keuring en de premiestelling bij de verzuimverzekering. Met name de eerste krijgt veel media-aandacht, niet altijd even genuanceerd. Wat is nu precies de bedoeling?

Citaat uit brief 21 april 2016

De minister zegt er het volgende over:
“Werkgever en werknemer blijven er verantwoordelijk voor dat er voldoende re-integratie inspanning wordt geleverd maar de werkgever moet er dan bij voldoende inspanningen op kunnen vertrouwen dat hij niet alsnog de kans loopt op een loonsanctie. Het wel of niet en het moment van inzetten van een tweede spoortraject wordt de keuze van werkgever en werknemer op basis van advies van de bedrijfsarts en leggen zij vast in een plan van aanpak.
UWV toetst vervolgens of het re-integratietraject conform plan van aanpak is verlopen. Het wel of niet, het te laat of te vroeg inzetten van een tweede spoortraject zal hierdoor niet langer kunnen leiden tot een loonsanctie van UWV. Op die manier wordt voorkomen dat werkgevers een tweede spoortraject inzetten alleen maar om een loonsanctie te voorkomen. Er wordt vertrouwd op het inzicht van werkgever, werknemer en bedrijfsarts met betrekking tot het inzetten van re-integratieactiviteiten. De rol voor de bedrijfsarts blijft in de nieuwe situatie hetzelfde. De adviezen die de bedrijfsarts geeft worden door werkgever en werknemer vertaald in een plan van aanpak, het plan van aanpak wordt bijgesteld indien daartoe aanleiding is. Werkgever en werknemer moeten uit kunnen gaan van het oordeel van de bedrijfsarts. Een (kleine) werkgever dient immers niet te worden afgerekend wanneer deze het advies van een bedrijfsarts opvolgt.”

Trajecten die ‘moeten’ vanwege angst mogelijke loonsanctie

Onze eerste reactie: dit lijkt in de basis een prima voorstel dat recht zou kunnen doen aan een groot gevoel van onvrede bij werkgevers.
Fith voert jaarlijks honderden tweede spoortrajecten uit en ook bij ons komt er best wel eens een “moetje” voorbij. Trajecten waarbij de kosten voor de werkgever echt niet opwegen tegen de (zeer geringe) mogelijkheden op succes. Wij snappen dat werkgevers niet kunnen en willen begrijpen dat zij een loonsanctie kunnen krijgen omdat het UWV het (achteraf) niet helemaal eens blijkt te zijn met hun bedrijfsarts. Gevolg is dat wij bijna dagelijks een (overigens lang niet altijd terechte) angst voor mogelijke loonsancties ervaren bij werkgevers, waardoor er steeds vaker kostbare activiteiten worden ingezet alleen maar om “het dossier te dichten” en maar geen risico te lopen. Zover zijn we dus blijkbaar gekomen en dat heeft natuurlijk weinig meer te maken met waar het allemaal omgaat: namelijk dat werknemers en werkgevers samen hun best doen verzuim terug te dringen en zo snel mogelijk weer aan het werk gaan.

Vragen over de te nemen maatregelen

Ieder voorstel dat bijdraagt aan het doorbreken van deze onnodige negatieve tendens kan dus rekenen op onze sympathie. Probleem is nog wel dat de brief van Asscher vooralsnog meer vragen oproept dan dat deze beantwoordt:

  • In de media wordt volop geroepen dat loonsancties op het tweede spoor “niet meer mogelijk zijn” in de toekomst. Zou dat dan betekenen dat werkgevers er zonder consequenties voor kunnen kiezen geen tweede spoor traject in te zetten, ook als dat de re-integratiekansen van de werknemer ernstig zou belemmeren? Dat kan en zal naar onze verwachting niet de bedoeling zijn, maar hoe wordt dit dan ondervangen?
  • “Het wel of niet en het moment van inzetten van een tweede spoortraject wordt de keuze van werkgever en werknemer op basis van advies van de bedrijfsarts en leggen zij vast in een plan van aanpak.” Maar wat nou als werkgever en werknemer het advies van de bedrijfsarts niet opvolgen? Mag dat ook? Of is dat dan wel mogelijk reden tot sanctie?
  • Of als werkgever en werknemer erg lang wachten met het opstarten van een geadviseerd tweede spoor traject en er dus veel kostbare tijd verloren gaat? Mag dat dan voortaan ook zonder sancties?
  • Laten we er even vanuit gaan dat werkgever en werknemer wel geacht worden de adviezen van de bedrijfsarts (tijdig) op te volgen. Hoe wordt dan het risico ondervangen dat werkgevers en bedrijfsarts het op een akkoordje kunnen gooien? Of dat werkgevers bedrijfsartsen onder druk zetten? (Werkgevers blijven immers de opdrachtgever en betalen de rekening.)
  • Als het oordeel van de bedrijfsarts in het toetsingskader van het UWV niet meer wordt meegenomen, hoe wordt dan de kwaliteit gewaarborgd?
  • Laten we aannemen dat het UWV de adviezen van de bedrijfsarts wel blijft toetsen en beoordelen, maar dat daar alleen geen sancties voor werkgevers uit voort kunnen komen. Wat gebeurt er dan als “onjuiste” adviezen van de bedrijfsarts de werkgever of werknemer benadeeld hebben? Stel de bedrijfsarts adviseert (ten onrechte) pas heel laat in het traject het tweede spoor in te zetten, wat de kansen voor de werknemer sterk vermindert. Komen er dan beroepsmogelijkheden voor de benadeelde partij?
  • Waar blijft de arbeidsdeskundige in dit verhaal? In de maatregel lijkt alleen sprake van een adviserende rol voor de bedrijfsarts. Of het raadzaam is een tweede spoor traject in te zetten vergt over het algemeen een goed inzicht in de arbeidskundige mogelijkheden bij de eigen werkgever (in het eerste spoor) en bij een andere werkgever (in het tweede spoor). Hebben bedrijfsartsen dat inzicht voldoende?
  • Krijgt UWV het voor elkaar op korte termijn rigoureuze veranderingen door te voeren in het toetsingskader?

Tja, meer vragen dan antwoorden dus… tenminste voor nu. Maar rond de zomer is een verdere uitwerking van de plannen aangekondigd. De zomer is begonnen, we zullen zien!

juni 2016, geschreven door Nelleke van Antwerpen

 

Voor suggesties of informatie over onze 1e spoor traject en 2e spoor diensten neem contact met ons op of bel tijdens kantooruren naar 088-0074410. Meer weten over