De loonsanctie: leuker kunnen we het niet maken, wél begrijpelijker

doolhof loonsanctie

Wordt uw werknemer ziek? Dan bent u als werkgever twee jaar verantwoordelijk voor de loondoorbetaling en re-integratie. Na die periode beoordeelt het UWV of u alles heeft gedaan om uw werknemer weer aan het werk te helpen. Is de conclusie dat dat niet zo is? Dan kunnen ze u een loonsanctie opleggen. Maar wat is dat nou eigenlijk precies? Dat vertellen we u in dit blog.



Stel: uw werknemer doet aan het eind van de twee jaar van ziekte de WIA-aanvraag. Dan beoordeelt het UWV – in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) – eerst of u er als werkgever alles aan hebt gedaan om uw zieke werknemer weer aan het werk te krijgen. Daarvoor is het belangrijk dat het re-integratieverslag (RIV) compleet en inhoudelijk volledig is. Is dat dossier niet op orde en vindt het UWV dat u als werkgever onvoldoende inspanningen op het gebied van re-integratie heeft verricht? Dan legt het UWV een loonsanctie op.

Doel is dat u als werkgever herstelt wat eerder is nagelaten volgens UWV en alsnog de nodige re-integratie inspanningen verricht. Deze sanctie wordt u opgelegd voor een periode van 52 weken. In die periode betaalt u het loon van uw werknemer door en mag u hem niet ontslaan. Bovendien wordt de WIA-aanvraag van uw werknemer pas in behandeling genomen zodra het UWV de bekorting op de loonsanctie akkoord heeft bevonden.

Soorten loonsancties

Er bestaan twee soorten loonsancties: administratieve en inhoudelijke loonsancties. Bij een administratieve loonsanctie is het RIV niet compleet aangeleverd. Nadat het UWV heeft aangegeven wat er ontbreekt, kunt u de ontbrekende gegevens alsnog aanleveren. Daarna wordt de loonsanctie opgeheven.

Inhoudelijke loonsancties zijn moeilijker te repareren. Hierbij stelt het UWV namelijk dat er re-integratiekansen zijn gemist. Dat kan meerdere oorzaken hebben:

  • De bedrijfsarts heeft de beperkingen van uw werknemer verkeerd vastgesteld. Daardoor zijn er onvoldoende of verkeerde re-integratieactiviteiten ondernomen.
  • Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar mogelijkheden in het eerste spoor. Daardoor zijn er mogelijkheden voor passend werk bij de eigen werkgever over het hoofd gezien.
  • Het tweede spoor is te laat ingezet.

Er kan ook sprake zijn van een combinatie van loonsancties. Bijvoorbeeld als er na een administratieve loonsanctie (het ontbreken van de eerstejaarsevaluatie in het RIV) ook nog een inhoudelijke sanctie (het eerste spoor is ten onrechte vroegtijdig afgesloten) volgt.

Loonsanctie bekorten

Heeft u een loonsanctie opgelegd gekregen? Dat is heel vervelend. Gelukkig kunt u als werkgever een bekorting van de sanctie aanvragen. Dat heeft alleen zin als u zeker weet dat de tekortkomingen die het UWV benoemt reeds zijn hersteld. In dat kader is het belangrijk om alle reparatieactiviteiten goed vast te leggen in een verslag dat aansluit op de tekortkomingen die het UWV heeft benoemd.

Het bekortingsverzoek wordt vervolgens op dezelfde manier beoordeeld als de toets van het RIV. Daarna geeft het UWV binnen drie weken een oordeel over de reparatieactiviteiten. Is de conclusie dat de tekortkomingen zijn hersteld? Dan wordt de loonsanctie – na zes weken – opgeheven en wordt uw werknemer alsnog opgeroepen voor de WIA-keuring. De feitelijke duur van de loonsanctie is dus afhankelijk van de periode die u nodig heeft om tekortkomingen te herstellen. Een loonsanctie duurt in alle gevallen maximaal een jaar.

Voorkómen is beter dan genezen

Het is goed om te weten dat u loonsancties kunt bekorten. Maar het is natuurlijk nog veel beter om ervoor te zorgen dat u helemaal geen loonsancties krijgt opgelegd! Benieuwd hoe u daarvoor kunt zorgen? Lees dan hier de blog met 7 gouden tips om loonsancties te voorkómen.

oktober 2017, geschreven door onze senior bureaumanager Femke van Sprang